Ondergelopen gebied in de Biesbosch met bomen

Biesbosch

Op deze pagina ziet u een lijst met alle habitattypen en/of Habitatrichtlijnsoorten en/of broedvogel- en niet-broedvogelsoorten waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen. Voor al deze waarden is aangegeven wat de instandhoudingsdoelen in het gebied zijn. De doelen zijn geformuleerd in termen van “behoud” of “uitbreiding” van de omvang (populatiegrootte of oppervlakte habitattype of leefgebied van de soort) en “behoud” of “verbetering” van de kwaliteit (van het habitattype of het leefgebied van de soort). Verder is de relatieve bijdrage van het gebied aan het landelijk doel voor de betreffende waarde aangegeven en, indien van toepassing, de kernopgave met betrekking tot de waarde in het gebied.

Bij alle doelen staat de “status” aangegeven. In de meeste gevallen is dit “definitief”. Indien hier “ontwerp” staat, betekent dit dat het (wijzigings-)besluit waar dit doel in staat op dit moment ter inzage ligt of ter inzage heeft gelegen, maar daarna nog niet definitief vastgesteld is. Ook wordt aangegeven als een habitattype of soort verwijderd zal worden “definitief (in ontwerp verwijderd)” of als subtypen van habitattypen vervangen worden “ontwerp (vervanging doel subtype)”. In geval van “aanmelding” is het Habitatrichtlijngebied aangemeld voor de communautaire lijst, maar is er nog geen aanwijzingsbesluit opgesteld en zijn er nog geen doelen geformuleerd.

Habitattypen

Habitattype Habitatsubtype Status doel Oppervlakte Kwaliteit Relatieve bijdrage Kernopgave
H3260B - Beken en rivieren met waterplanten grote fonteinkruiden definitief = = A
H3270 - Slikkige rivieroevers definitief > > 3.05,W
H6120* - Stroomdalgraslanden definitief > = B2 3.13,SG
H6430A - Ruigten en zomen moerasspirea definitief = = A2
H6430B - Ruigten en zomen harig wilgenroosje definitief > = A3 3.05,W
H6510A - Glanshaver- en vossenstaarthooilanden glanshaver definitief = > B1 3.13,SG
H6510B - Glanshaver- en vossenstaarthooilanden grote vossenstaart definitief > = B2 3.09,W
H91E0A* - Vochtige alluviale bossen zachthoutooibossen definitief = (<) > A3 3.05,W
H91E0B* - Vochtige alluviale bossen essen-iepenbossen definitief > > C

Habitatrichtlijnsoorten

Soort Status doel Populatie Omvang leefgebied Kwaliteit leefgebied Relatieve bijdrage Kernopgaven
H1095 - Zeeprik definitief > = = A
H1099 - Rivierprik definitief > = = A
H1102 - Elft definitief > = = A
H1103 - Fint definitief > = = A 3.05,W
H1106 - Zalm definitief > = = A
H1134 - Bittervoorn definitief = = = B1
H1145 - Grote modderkruiper definitief = = =
H1149 - Kleine modderkruiper definitief = = =
H1163 - Rivierdonderpad definitief = = =
H1318 - Meervleermuis definitief = = = C
H1337 - Bever definitief = = = A1 3.05,W
H1340* - Noordse woelmuis definitief > > > B2 3.05,W; 3.08,W
H1387 - Tonghaarmuts definitief > > > A2 3.05,W
H4056 - Platte schijfhoren definitief = = = C

Broedvogels

Soort Status doel Aantal broedparen Omvang leefgebied Kwaliteit leefgebied Relatieve bijdrage Kernopgaven
A017 - Aalscholver definitief 310 = = C
A021 - Roerdomp definitief 10 > > C 3.08,W
A081 - Bruine kiekendief definitief 30 = = B1
A119 - Porseleinhoen definitief 9 > > C
A229 - IJsvogel definitief 20 = = B1
A272 - Blauwborst definitief 1300 = = A1
A292 - Snor definitief 130 = = B2
A295 - Rietzanger definitief 260 = = C

Niet-broedvogels

Soort Status doel Populatie Populatie waarde Instandhoudingsdoelstelling Omvang leefgebied Kwaliteit leefgebied Relatieve bijdrage Kernopgaven
A005 - Fuut definitief 450 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A017 - Aalscholver definitief 330 gemiddelde Slaap- en rustplaats en foerageergebied = = C
A027 - Grote zilverreiger definitief 10 gemiddelde Foerageergebied = = B
A027 - Grote zilverreiger definitief 60 maximum Slaap- en rustplaats = = B
A034 - Lepelaar definitief 10 gemiddelde Foerageergebied = = C
A037 - Kleine zwaan definitief 10 gemiddelde Slaap- en rustplaats en foerageergebied = = C
A041 - Kolgans definitief 34200 maximum Slaap- en rustplaats = = C
A041 - Kolgans definitief 1800 gemiddelde Foerageergebied = = C
A043 - Grauwe gans definitief 2300 gemiddelde Slaap- en rustplaats en foerageergebied = = C
A045 - Brandgans definitief 4900 maximum Slaap- en rustplaats = = C
A045 - Brandgans definitief 870 gemiddelde Foerageergebied = = C
A050 - Smient definitief 3300 gemiddelde Slaap- en rustplaats en foerageergebied = = C
A051 - Krakeend definitief 1300 gemiddelde Foerageergebied = = B2
A052 - Wintertaling definitief 1100 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A053 - Wilde eend definitief 4000 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A054 - Pijlstaart definitief 70 gemiddelde Foerageergebied = = C
A056 - Slobeend definitief 270 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A059 - Tafeleend definitief 130 gemiddelde Foerageergebied = = C
A061 - Kuifeend definitief 3800 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A068 - Nonnetje definitief 20 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A070 - Grote zaagbek definitief 30 gemiddelde Foerageergebied = = C
A075 - Zeearend definitief 2 maximum Foerageergebied = = A1
A094 - Visarend definitief 6 maximum Foerageergebied = = B1
A125 - Meerkoet definitief 3100 gemiddelde Foerageergebied = = B1
A156 - Grutto definitief 60 gemiddelde Slaap- en rustplaats en foerageergebied = = C
Terug naar boven
habitattypen-habitattype

Code en naam van het habitattype. Een * staat voor een prioritair habitattype.

habitattypen-habitatsubtype

Naam van het subtype van het habitattype (indien van toepassing)

habitattypen-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit, ontwerp-aanwijzingsbesluit of alleen aangemeld bij de Europese Commissie

habitattypen-oppervlakte

Instandhoudingsdoel voor oppervlakte habitattype in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde;
  • > (<) uitbreiding oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van andere in besluit met name genoemde waarde;
habitattypen-kwaliteit

Instandhoudingsdoel voor kwaliteit van het habitattype in het gebied:

  • = behoud kwaliteit;
  • > verbetering kwaliteit
habitattypen-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar oppervlakte van het habitattype: oppervlakte in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke oppervlakte:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
habitattypen-kernopgave

Zie de: kernopgaven

habitatsoorten-soort

Code en naam van de soort. Een * staat voor een prioritaire soort.

habitatsoorten-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit, ontwerp-aanwijzingsbesluit of alleen aangemeld bij de Europese Commissie

habitatsoorten-populatie

Instandhoudingsdoelstelling voor de populatie in het gebied:

  • = Behoud populatie;
  • > Uitbreiding populatie;
  • + Vestiging populatie
habitatsoorten-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • + ontwikkeling nieuw leefgebied;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
habitatsoorten-kwaliteit-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied;
  • + ontwikkeling nieuw leefgebied
habitatsoorten-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
habitatsoorten-kernopgaven

Zie de: kernopgaven

broedvogels-soort

Code en naam van de vogelsoort waarvoor een broedgebied is aangewezen

broedvogels-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit of ontwerp-aanwijzingsbesluit

broedvogels-aantal-broedparen

Instandhoudingsdoelstelling voor populatie in het gebied: langjarige gemiddelde van het aantal broedparen.
Een sterretje bij het aantal duidt op een regionaal doel: dit doel geldt voor meerdere gebieden. Zie het aanwijzingsbesluit voor meer toelichting.

broedvogels-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
broedvogels-kwaliteit-leefgebied

'Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied
broedvogels-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

A4: >75%;
A3: 50-75%;
A2: 30-50%;
A1: 15-30%;
B2: 6-15%;
B1: 2-6%;
C: <2%

broedvogels-kernopgaven

Zie de: kernopgaven

niet-broedvogels-soort

Code en naam van de vogelsoort waarvoor een overwinterings- of doortrekgebied is aangewezen

niet-broedvogels-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit of ontwerp-aanwijzingsbesluit

niet-broedvogels-populatie

Instandhoudingsdoelstelling voor populatie in het gebied: langjarige gemiddelde van het aantal overwinterende of doortrekkende individuen

niet-broedvogels-populatie-waarde

Het aantal voor de instandhoudingsdoelstelling in de vorige kolom betreft het gemiddelde seizoensmaximum (gemiddelde van de maximale aantallen die in een periode van meerdere jaren zijn geteld, meestal in januari) of het gemiddelde seizoensgemiddelde (per jaar wordt een gemiddelde berekend over de gehele verblijfsperiode, dát wordt vervolgens gemiddeld over meerdere jaren)

niet-broedvogels-instandhoudingsdoelstelling

Toelichting van de belangrijkste functie van het gebied voor de soort: slaapplaats, rustgebied en/of foerageergebied

niet-broedvogels-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
niet-broedvogels-kwaliteit-leefgebied

'Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied
niet-broedvogels-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
niet-broedvogels-kernopgaven

Zie de: kernopgaven